Dit gedeelte van de site zal gaan over de dieselmotor van een vrachtwagen. Er wordt geen specifieke motor van een specifiek merk besproken, maar gewoon de motor in het algemeen.
De motor algemeen:
Je hebt drie soorten motoren, namelijk de verticale lijnmotor, de beroemde
v-motor en de horizontale lijn motor
De gemiddelde motor is grofweg in 6 onderdelen te
verdelen:
Het motorblok
Het vliegwielhuis
De cilinderkop
de carter
De distributie
Het kleppendeksel
Het motorblok
Het motorblok is het hart van de motor. Hierin worden belangrijke
onderdelen, zoals de cilinders, zuigers, drijfstangen, krukas en eventueel de
nokkenas ondergebracht. De krukas dient ervoor om de op en neer gaande beweging
van de zuigers om te zetten in een draaiende beweging. Deze as zorgt dus
feitelijk voor de aandrijving en het uiteinde is dan ook gemonteerd op het
vliegwiel.
Vliegwielhuis:
In het vliegwielhuis zit het vliegwiel. Het vliegwiel is heel zwaar
uitgevoerd. Dit komt omdat een viertaksmotor maar eens in de vier slagen de
krukas aandrijft. In de periode dat de krukas niet wordt aangedreven moet deze
toch blijven draaien. Omdat het vliegwiel zo zwaar is, blijft deze draaien,
waardoor de krukas ook blijft draaien, zonder dat deze aangedreven wordt.
De Cilinderkop:
in de cilinderkop zijn de verbrandingsruimten, ruimten voor koelvloeistof en
olie en de in- en uitlaat poorten ondergebracht.
De carter:
De motor wordt aan de onderkant afgedicht door een carter. Dit wordt ook wel
de oliecarter genoemd omdat er tevens de olie inzit die gebruikt wordt voor de
smering.
Distributie:
Vanuit de distributie worden verschillende componenten aangedreven door
middel van tandwielen. Je moet hierbij denken aan dingen zoals de oliepomp,
airco, stuurbekrachtiging e.d.
De meeste dieselmotoren werken via het vierslagsprincipe. Dit houd in dat een
cilinder vier verschillende slagen maakt alvorens weer opnieuw te beginnen.
De inlaatslag:
- De inlaatklep is geopend (de gele stang op de afbeelding)
- De zuiger gaat naar beneden
- In de cilinder ontstaat een vacuüm
- Schone lucht stroomt de cilinder in.
De compressieslag:
- de kleppen zijn gesloten (dit zijn de geel en brons gekleurde
stangen op de afbeelding)
- De zuiger gaat omhoog, waardoor de lucht wordt samengeperst en als gevolg
hiervan een temperatuur bereikt van zo'n 600 tot 900 graden.
- Als de zuiger bijna boven is wordt er brandstof bij gespoten, dat door de hete
lucht spontaan ontbrand.
De arbeidsslag:
- De kleppen zijn gesloten
- Door de ontbranding ontstaat er een zeer hoge druk in de cilinder
- De zuiger wordt naar beneden gedrukt en laat de krukas draaien
De uitlaatslag:
- De inlaatklep is gesloten (de gele stang op de afbeelding)
- De uitlaatklep is geopend (de bronzen stang op de afbeelding)
- De zuiger gaat omhoog en drukt de afgewerkte gassen de cilinder uit.
De krukas zorgt onder andere voor de aandrijving van de wielen, dus pas tijdens de arbeidsslag wordt de vrachtwagen daadwerkelijk aangedreven.
Het brandstofsysteem:
Elke motor heeft brandstof nodig op te kunnen functioneren, omdat anders de
arbeidsslag niet gemaakt kan worden. Hieronder kan je een afbeelding zien met de
opbouw van het brandstofsysteem.
De aanzuigzeef (2) zuigt de brandstof uit de tank (1). Dit gebeurd door de opvoerpomp (3) en deze pompt de brandstof door naar de fijnfilters (4), deze filteren de brandstof, om zo een optimale verbranding te realiseren. Daardoor wordt de brandstof door middel van een hoge druk systeem doorgespoten door de verstuiverleidingen (9), die uitkomen op de verstuivers (10) die de brandstof daadwerkelijk in de cilinders spuit. Boven de verstuivers zitten nog de lekleidingen (11) en de terugvoerleiding (6) zorgt er uiteindelijk voor dat de gelekte brandstof weer terug in de tank (1) komt.
De Turbo:
De turbo zorgt ervoor dat er meer zuivere lucht wordt aangezogen, zodat je
een krachtigere verbranding krijgt. Het werkt als volgt:
Na de uitlaatslag gaan de uitlaatgassen door de grijze pijp naar de uitlaat. Voordat ze bij de uitlaat komen gaan ze door de turbocompressor, waar ze een turbinewiel aandrijft. Aan de andere kant zit een compressorwiel, wat enorm hard gaat draaien (maximaal tussen de 80.000 en de 140.000 toeren per minuut). Dit compressorwiel zuigt dus meer lucht aan. Omdat de turbo zoveel toeren maakt, wordt de lucht heel heet, waardoor deze uitzet. Om ervoor te zorgen dat er toch meer lucht in de cilinder kan, wordt de lucht eerst gekoeld in de intercooler. Doordat er nu meer lucht is aangezogen, en gekoeld is, kan er meer lucht in dezelfde cilinderinhoud. Hierdoor krijg je dus een krachtigere verbranding, waardoor je dus een krachtigere aandrijving hebt, bij hetzelfde vermogen.
Bron: Beroepschauffeur Techniek moderne bedrijfswagens, auteurs: P.van Kempen, J.H. Kolzken, ing. C.G.C.P. Verstappen, uitgever Verjo BV
Campeo,
de Senseo voor onderweg
Nu verkrijgbaar op
www.omvormers.info