In dit gedeelte zullen de controles worden besproken die je als chauffeur moet doen. Deze controles zijn onder te verdelen in dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse controles.

Dagelijkse controles:

Controles buiten het voertuig voor het starten van de motor:
- Controleer het voertuig op lekkages
- Controleer het motoroliepeil. (doe dit alleen als de motor koud is en recht staat)
- Controleer het koelvloeistofpeil
- Controleer de banden op ongelijkmatige slijtage, ingereden voorwerpen en andere  beschadigingen
- Controleer of de velgen en wielmoeren niet beschadigd zijn
- Controleer of de aanhanger goed is aangesloten

Controles in de cabine, na het starten van de motor:
- Controleer of alle meters binnen de normen staan

Overige controles:
- Controleer dagelijks op stuurspeling.
- Tank na iedere dag af, om condensatie in de brandstoftank te voorkomen

Wekelijkse controles:

Controles buiten het voertuig, voor het starten van de motor:
- Controleer het vloeistofniveau van de koppeling
- Controleer het vloeistofpeil van de hydraulische stuurinrichting
- Controleer de bandenspanning
- Controleer de luchtdroger van het remsysteem
- Controleer de centrale chassissmering

Maandelijkse controles:

Controles buiten het voertuig, voor het starten van de motor:
- Controleer of de accu's nog goed vast zitten en schoon zijn.
- Controleer of de veerbladen goed vast zitten en er geen breuken in voorkomen.

Bron: Beroepschauffeur Techniek moderne bedrijfswagens, auteurs: P.van Kempen, J.H. Kolzken, ing. C.G.C.P. Verstappen, uitgever Verjo BV